Doorstarten na een faillissement

Doorstart na faillissement

Doorstarten na een faillissement is in bepaalde situaties mogelijk. Er is dan sprake van een doorstart van het bedrijf op basis van de winstgevende bedrijfsonderdelen. Deze optie is uitsluitend voorbehouden aan bedrijven die een rechtspersoon vormen. Voordat een eventuele doorstart mogelijk is, dient eerst het faillissement te zijn aangevraagd. Het faillissement is zowel aan te vragen door schuldeisers als door het bedrijf zelf of door de aandeelhouders. Bij doorstarten na een faillissement is er als eerste sprake van een zogenoemde afkoelingsperiode, waarin de curator onderzoek doet.

Onderzoek door curator tijdens afkoelingsperiode

De curator is de persoon die bepaalt of het mogelijk is dat een bedrijf na een faillissement een doorstart maakt. De afkoelingsperiode wordt door de rechter vastgesteld indien er schuldeisers zijn die snel de schuld betaald willen hebben. De curator krijgt tijdens de periode de tijd om onderzoek te doen naar de financiële bedrijfssituatie. 

Wanneer is doorstarten na faillissement niet mogelijk?

Een doorstart gaat in elk geval niet plaatsvinden als de bestuurder voor het faillissement aansprakelijk is gesteld. Dit is eveneens het geval als de curator van mening is dat schuldeisers benadeeld worden. Het is ook niet mogelijk om verder te gaan als een bedrijf al start met een doorstart voordat de rechter het faillissement heeft uitgesproken. Dit leidt namelijk mogelijk tot uiteenlopende belangen van de oude en de nieuwe bv. Bovendien kan dit aangemerkt worden als overgang van een onderneming. 

Doorstartplan en verkoop activa 

Indien de curator heeft beoordeeld dat doorstarten na faillissement mogelijk is, vinden er onderhandelingen plaats. Het is belangrijk om als bedrijf dat doorstart een doorstartplan te maken met daarin een overzicht van de te kopen activa. Het spreekt voor zich dat juridische hulp om door te starten na een faillissement in dit kader belangrijk is. De overnemende partij, wat het failliete bedrijf overigens zelf kan zijn, koopt alle activa van de onderneming om de bedrijfsactiviteiten voort te zetten. De passiva ofwel de schulden van het bedrijf blijven daarbij in het faillissement achter. De schuldeisers krijgen dan een deel van de opbrengst van de verkochte activa. 

Hoe zit het met schulden die overblijven?

De schulden uit het faillissement blijven bestaan op het moment dat niet alle schuldeisers zijn af te betalen. Het is in principe niet mogelijk dat schuldeisers bij de partij die het bedrijf doorstart aan komen kloppen voor het opeisen van de schuld.

Onderhandelingen voeren met curator

Een onderdeel van de doorstart na een faillissement is het voeren van onderhandelingen met de curator. Dit betreft de onderhandelingen over het kopen van activa van het failliete bedrijf en heeft onder meer betrekking op de voorraden, inventaris, klantenbestanden, opdrachten in portefeuille en intellectuele eigendomsrechten. Naast dat het failliete bedrijf zelf de optie heeft om een doorstart te maken, is het ook mogelijk dat anderen belangstellenden een bod uitbrengen op de activa. Als de onderhandelingen zijn afgerond, zorgt de curator voor het opstellen van de transactie voor activa. Hierin komt te staan welke onderdelen zijn overgenomen die vervolgens naar de nieuwe rechtspersoon of andere koper worden overgedragen. Overigens dient het failliete bedrijf na een doorstart een nieuwe rechtspersoon op te richten bij de notaris met een inschrijving in het register van de Kamer van Koophandel.

Keuze voor overname contracten en personeel

Bij doorstarten na een faillissement gaan contracten met derden, zoals met leveranciers niet automatisch over naar het nieuwe bedrijf. De overnemer heeft de keuze om wel of niet leverancierscontracten over te nemen. Voor wat betreft het personeel uit het failliete bedrijf geldt eveneens een vrije keuze voor overname van medewerkers. Overigens is het doel van de curator wel om zoveel mogelijk werknemers bij het nieuwe bedrijf te plaatsen. De doorstarter bepaalt echter zelf wie van de voormalige werknemers een arbeidscontract krijgt. In dit kader is het wel belangrijk te weten dat er bij het gebruikmaken van een pre-pack en stille bewindvoerder er risico’s bestaan.

Pre-pack en stille bewindvoerder

Bij een pre-pack ofwel flitsfaillissement is er sprake van een zogenoemde stille bewindvoerder die samen met het bedrijf voor een faillissement al onderzoek doet naar een doorstart. De bedrijfsactiviteiten worden voortgezet en op het moment dat de rechter het bedrijf failliet verklaard, is er een snelle doorstart of snelle verkoop mogelijk. Hierdoor blijft de financiële schade voor het bedrijf mogelijk beperkt. Er zijn echter risico’s verbonden aan pre-pack. 

Risico pre-pack

Bij een regulier faillissement hoeft personeel net als contracten niet overgenomen te worden. Dit werkt mogelijk anders bij een pre-pack. In elk geval ligt er een uitspraak van de Hoge Raad (Smallsteps) dat deze regel niet van toepassing is, als voor het faillissement de doorstart al is geregeld. Dit heeft mogelijk tot gevolg dat de doorstarter verplicht is om bij pre-pack alle arbeidsovereenkomsten over te nemen. Er is dan sprake van een redenering dat een doorstart die al voor het faillissement vorm heeft gekregen te zien is als een overgang van het bedrijf.